Sommigen weten het wel, we hebben in onze kerkgemeente enkele wandelaars die graag een pelgrimspad bewandelen.  Waarom daar? In de Middeleeuwen waren er 2 plaatsen waar mensen een “bedevaart” naar maakten : Rome en Santiago de Compostela in Noord-West Spanje. Volgens de overlevering is de apostel Jacobus in Santiago begraven. Vanuit heel Europa trokken pelgrims daar naar toe. Vaak over wegen en bruggen die de Romeinen hadden aangelegd om hun troepen te kunnen verplaatsen. Eind vorige eeuw begon de moderne mens deze wegen weer te bewandelen. Wie doen dat? Vooral net afgestudeerden en gepensioneerden, maar voor nog werkende pelgrims van overzee (“de nieuwe wereld”) met wortels in Europa ook een manier om de cultuur van de “oude wereld” en hun christelijke wortels beter te leren kennen . Met deels een bezinnings- en deels een sportief motief. Je kunt je rugzak of bagage soms wel iedere dag door een auto naar je volgende herberg laten transporteren, maar lopen (fietsen kan ook) moet je zelf. Voor Frankrijk, Spanje en Portugal is het een bijzondere vorm van toerisme geworden. Inmiddels komen er meer dan 200.000 pelgrims vanuit de hele wereld een (deel) van de routes lopend ieder jaar in Santiago aan! De paden zijn grotendeels nog origineel, maar ook wel wat aangepast, want langs een verkeersweg loop je niet graag. Uiteraard passeren de pelgrims vele kerken en kapellen. Die zijn deels open. Vaak over halfverharde, soms lastig te belopen paden, heuvel op, heuvel af. Rita en Robert liepen dit jaar van Porto in Portugal naar Santiago. Bij elkaar 13 dagen en meer dan 260 km. Meestal werd er in pelgrimsherbergen geslapen. Op stapelbedden in zalen.  Eenvoudig eten in speciale eetgelegenheden voor pelgrims. De ontmoeting met andere pelgrims is belangrijk. Je loopt vaak met een groepje op dat elkaar onderweg of in een herberg of eetgelegenheid ontmoet. Spiritueel én inspirerend!