In oktober zullen de kinderen op de Johannes Postschool Psalm 121 leren. In dit filmpje kan de psalm horen: http://www.youtube.com/watch?v=qK-JaSy-wYo

Heb je weleens meegelopen met de avondvierdaagse? Heb je daarbij ook gezongen? Welke liedjes? Het hondje van de slager? Zo’n avondvierdaagse is leuk, gezellig en je wordt beloond met een mooie medaille. En zingen helpt om het lopen vol te houden!

Psalm 121 werd gezongen door mensen die een lange wandeling moesten maken. Ze gingen naar Jeruzalem. Soms was de reis gevaarlijk; rovers konden je overvallen of roofdieren konden je aanvallen. Dan zongen ze elkaar moed in. Als je zingt onderweg, dan gaat de reis ook sneller, wat lichter, iets minder moeilijk. Misschien herken je het ook wel dat als het donker is, je minder bang wordt wanneer je zingt. Dat is het geheim van een lied als Psalm 121. God laat je niet in de steek, ook al voel je je soms nog zo alleen. ‘Hij maakt het kwade goed, Hij is het die je hoedt’ – dan konden ze verder…

 

In november leren de kinderen lied 704 ‘Dank, dank nu allen God’ leren.

Eén van de eerste dingen die je als kind leert is het antwoord op de vraag ‘en wat zeg je dan?’ Dank u wel! En op een christelijke school leer je al hel snel: ‘Dank U voor deze nieuwe morgen, dank U voor deze nieuwe dag, dank U dat ik met al mijn zorgen bij U komen mag…’ En zo doorloop je een leerschool: het is bijzonder dat je een nieuwe dag beleeft, het is bijzonder dat je iets van een ander krijgt. Dank U wel – het is een oefening in bewust leven, even stilstaan bij: ik leef van het gegeef. Je krijgt het cadeau! Die leerschool is er niet voor niets: in de Bijbel staan zoveel momenten beschreven waarop mensen ondankbaar zijn. Dat is iets van alle tijden en van alle plaatsen, heel herkenbaar. Paulus schrijft zelfs: ‘Dankt, dankt te allen tijde’. Dat roept vragen op. Als het goed met je gaat, is het niet zo moeilijk om dankbaar te zijn. Maar als verschrikkelijke dingen je overkomen is dat veel moeilijker. ‘Dankt te allen tijde? Paulus, je hebt makkelijk praten!’ Toch kun je dat zo niet zeggen. Paulus zat zelf gevangen. Hij werd opgejaagd, ze hebben hem pijn gedaan vanwege zijn geloof. En toch schreef hij: ‘dankt te allen tijde.’ Paulus, hoe kun je danken in de gevangenis? Misschien kun het heel eenvoudig zo zeggen: Paulus ziet het leven, al het goede, als een geschenk, als een gave van God. Dan besef je: mijn leven is een cadeau van God – en ik mag daar elke dag iets van uitpakken. Dan ben je altijd dankbaar.

(bron: Jong geleerd – Erick Versloot)