Jezus rijdt op een ezel Jeruzalem binnen. De mensen juichen hem toe: Hosanna voor de Zoon van David. (Lucas 19: 28-40) Daarnaast horen we ook dat koning David de stad juist in tranen uit gaat. (2 Samuël 15: 31-31) David en Jezus: tegenpolen? De kinderen zullen in de kindernevendienst Palmpaasstokken gaan maken.