KONING BIJ DE GRATIE GODS

Scriba Arjan Plaisier reageert op het voorstel van D66 om de formulering ‘bij de gratie Gods’ te schrappen.

​Er gaan stemmen op om het ‘bij de gratie Gods’ te schrappen. De formule duikt op in de preambule bij uitvaardiging van wetten: Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden. Dat zou niet passen bij een seculiere staat, het zou christenen of monotheïsten bevoordelen en het zou een relict zijn uit oude tijden dat nu maar eens moet worden opgeruimd. Ik stel voor om de opruimdrift nog even op sterk water te zetten, en tijd te nemen erover na te denken. We leven in haastige tijden, maar zelfs dan ga je een traditie niet op een achternamiddag afschaffen.

Wie bij de gratie Gods schrapt, schrapt het woord ‘gratie’. Wat missen we dan een gracieus woord. In dat woord zit genade, goedgunstigheid. Er zit royaliteit in. Je vertrouwt iemand iets toe. Nu kan je zeggen: maak er dan ‘bij de gratie van het volk’ van, dat is toch hoe het werkelijk is?

Is dat zo? De idee dat regeren je wordt toevertrouwd is vaak ver te zoeken. Je bent gekozen dus je moet de wil van de meerderheid uitvoeren. Dat je daarmee regeerders kapot maakt, beseffen weinig mensen meer. Natuurlijk kun je alleen regeren op grond van democratische keuzes, maar wie denkt dat regeren het uitvoeren van de wil van de meerderheid is, snapt er weinig van. Regeren vraagt om een eigen afweging, het is een eigen ambt. ‘Bij de gratie van’: dat is wat anders dan je door de hijgerige volkswil laten leiden of bang zijn voor een afrekencultuur. Ik ben bang dat als ‘bij gratie van God’ valt, ook de gratie van het volk valt.

Dan overweging nummer twee: regeren heeft iets van een grensoverschrijding. Het land regeren, ga er maar aanstaan. Je kunt honderd keer zeggen dat je toch gekozen bent (of dat je intelligent bent, of een leger achter de hand, of je als politicus bewezen hebt of wat het ook mag zijn) maar als je nog enig besef hebt, begrijp je dat dit erg dun ijs is. ‘Bij de gratie Gods’ ook als je in plaats van God aan ‘het hogere’ denkt, drukt uit dat regeren je macht te boven gaat. Wie regeert kent iets van het ‘vreze en beven’. Raak je dat kwijt, dan ben je ver van huis. Het ‘bij gratie van’ houd je op de goede manier nederig. Jij bent ook maar een mensje, en het is alleen door de gratie van boven dat je op een troon of op pluche mag zitten.

In de derde plaats verwijst ‘bij de gratie Gods’ naar wat de meerderheid van stemmen te boven gaat. Het druk uit wat ‘heilig en hoog’ is. Wat ‘recht en waarheid’ is. Het houdt het besef wakker dat je er niet komt met slimmigheidjes, politiek handjeklap en wat niet al. Schrap ‘God’ (ook als dat symbool staat voor het hogere) en vertel me waar je uiteindelijk op terug kan vallen en wat onaantastbaar is. Daar ben je dan zelf ook aan gebonden. Je kunt geen loopje met de dingen nemen. Je bent onderworpen aan hoger recht.

Als laatste nog dit. ‘Bij de gratie Gods’ heeft alles te maken met ‘gratie verlenen’. Iemand is schuldig en krijgt gratie. Waarom? Omdat we zo aardig zijn? Van ouds zit er een besef in dat het onderscheid tussen boef en rechter dun is. Dat niemand rechtvaardig is. Dat het maar goed is dat er zoiets als genade is. Dat geeft een grond om soms gratie te verlenen. Door het (terecht) strenge regime van straffen breekt de dimensie van genade. Dat kan als het erop aankomt alleen in naam van God.

Opruimen is goed, maar een leeg huis is zielloos.

>Dr. Arjan Plaisier, scriba van de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland.